Gouden kooi
26 maart 2021
Gert zat vast. Hij kon voor zijn gevoel geen enkele kant meer op. Ik kon het ook aan hem zien, zijn ogen waren dof en teruggetrokken. Werk was voor hem een gouden kooi geworden met een hele dichte deur.
Gert: “Mijn vader zat in het onderwijs, en hij vond (en vindt) dat ik een onderwijsman ben en moet blijven. Ik ben inmiddels 20 jaar verder en ik word er niet blij van! Ik zou graag iets anders willen doen, maar de zekerheid van het onderwijs opgeven vind ik heel spannend!” Zijn ogen leken te gaan van de éne muur van zijn gevangenis naar de andere. Een soort van paniek. “En ik ben niet meer zo jong? Wat kan ik nog?”
Ik vind het mooi om te zien hoe eerlijk mensen bij mij durven te zijn. Het onder ogen zien van het gevoel dat je vastzit, is de eerste stap op weg naar vrijheid. Gerts verhaal is voor velen herkenbaar. Veel mensen dromen van een andere loopbaan maar zien geen uitweg om te ontsnappen uit het comfort van de ‘gouden kooi’. De lijdensdruk is nog net niet groot genoeg om stappen te zetten. Maar soms is daar het kantelpunt. Het verlangen naar iets nieuws wordt groter en de vraag dringt zich op: weegt de zekerheid van een vaste baan nog op tegen een gebrek aan ontplooiingskansen?
Ilse Ceulemans, auteur van het Ministerie van werkplezier, zegt: ‘Onzekerheid over de toekomst is echt veel minder erg dan de zekerheid dat je vandaag niét gelukkig bent.’ Dit heeft Gert ook ontdekt. Eerst hebben wij ZIJN interesses, waarden, drijfveren, competenties in kaart gebracht –niet die van zijn vader–. Dat lukte hem door naar binnen te kijken en de verschillende stemmen in zichzelf te onderscheiden. Daarna zijn we naar buiten gaan kijken, naar de arbeidsmarkt. “Ja” zegt Gert “… als ik naar mijn hart luister, dan wil ik het liefste dit doen”. Hij wijst een beroep aan. We gaan een stapje verder. Stel dat je dat combineert met je huidige baan, wat voor mogelijkheden zie je dan? Zijn ogen beginnen te schitteren! Hij komt bijna van zijn stoel. “Wauw! Daar heb ik nog nooit aan gedacht!”
Tegen mijn kandidaten zeg ik altijd dat er waarschijnlijk geen “eureka-moment” komt. Dat is althans niet het doel van het traject en die verwachting kan je juist blokkeren. Maar dit …. dit was er echt wel één! Samen hebben we een plan van aanpak besproken – hoe ga je daar komen? Wat heb je nodig? Wat zijn de hobbels op de weg? Welke stappen moet je zetten? Maar het allermooiste bleef de verandering in zijn ogen. Ze bleven schitteren. Het leek alsof er een andere man tegenover mij zat. Hij zag weer toekomst. De deur van zijn kooi was open en hij spreidde zijn eigen vleugels om te gaan vliegen.
Hoe is dat voor jou? Blijft het: “One day…” of wordt het “Day one”?
Janine Lamberink, loopbaanbegeleider