Medicijnvrouw

3 juli 2025

Teleurgesteld zat ze tegenover me, een verdrietige blik in haar ogen. “Het is niet gelukt”, zei ze. “Ik hoopte te ontdekken welke baan nou echt bij me zou passen. Maar ik weet het nog steeds niet”.

Het was het laatste gesprek van haar loopbaantraject. Ze had gehoopt op helderheid. Een richting, een plan. In plaats daarvan voelde het alsof ze had gefaald.

Toch zag ik iets anders. Want als je alleen kijkt naar de bestemming, zie je niet wat de reis heeft opgeleverd.

Ze had zich aangemeld, ondanks alles wat in haar leven trok en wrong. Drie jonge kinderen, een man veel van huis, dat sluimerende gevoel van somberheid en minderwaardigheid dat ze met niemand deelde. En toch besloot ze: ik wil iets veranderen. Ze verlangde naar iets dat weer van haar was. Een baan die niet alleen praktisch was, maar zinvol en leuk. Voor haar. Dat alleen al is geen kleine stap, maar een daad van moed.

We bespraken het pad dat ze had bewandeld. De opdrachten die ze had gedaan, telkens op de hielen gezeten door die innerlijke stemmen. “Dit kun jij niet.” “Niet goed genoeg.” “Wie denk je wel dat je bent?” Elk idee dat bovenkwam, werd door die stemmen weer neergesabeld. En nu was zelfs het traject ‘mislukt’.

Totdat ze ineens iets zei dat het gesprek deed kantelen.

“Eigenlijk ben ik niet eerlijk geweest.”
Ze keek me aan. “Ik weet wél wat ik vroeger wilde worden. Alleen… ik schaam me ervoor.”

Ze vertelde over haar kinderdroom: medicijnvrouw worden bij de Indianen. Een verlangen zo oud en diep, dat ze het bijna niet meer durfde voelen. Want wie zegt dat hardop, als volwassen vrouw?

Maar juist in dat verlangen zat iets wezenlijks verborgen. Iets dat er al die tijd al was, maar verstopt onder de dikke lagen van ‘verstandig zijn’, ‘doen wat hoort’ en ‘wat zullen ze wel niet denken’. Samen gingen we op onderzoek. Niet naar dé perfecte functie, maar naar wat dat kinderlijke verlangen haar eigenlijk wilde vertellen.

Ineens ging het niet meer over functies, maar over waarden. Over zorgzaamheid. Betekenisvol zijn. Over helen, maken, aanraken, creëren. We besloten het traject met twee sessies te verlengen.

Ze dacht terug aan haar vroegere wens om apothekersassistente te worden — iets wat ze ooit had weggeschoven omdat het ‘niet bij haar niveau paste’. Aan hoe ze als kind eindeloos kon knutselen, creatief kon zijn, maar dat zichzelf had afgeleerd. Omdat het ‘nutteloos’ was. Nooit mooi genoeg.

Langzaam ontstond ruimte.

Ze liep een dag mee bij een apotheek. Bezocht een open dag voor een opleiding. Maar het belangrijkste gebeurde vanbinnen: ze kwam tevoorschijn. Niet als iemand met een strak loopbaanplan, maar als mens.

Wat haar tegenhield, waren niet de omstandigheden. Het waren gedachten. Keiharde overtuigingen over er niet bij horen, over niet genoeg zijn, over wat ze allemaal móest. Ze leerde die gedachten herkennen en ze niet langer als absolute waarheden behandelen. Er naar kijken, in plaats van erin te verdwalen.

De opleiding? Die komt, of niet. Daar gaat het eigenlijk niet meer om. Ze is begonnen met creëren, met ruimte maken. Voor wat er écht toe doet. Voor zichzelf.

Soms is het verlangen van een kind geen kinderachtig idee, maar een kompas.
Soms is het niet de baan, maar het luisteren naar jezelf dat alles verandert.
Soms is de enige echte mislukking, blijven leven zoals je denkt dat het hoort.

Ze wordt geen medicijnvrouw.
Maar ze wordt wél eindelijk zichzelf.

Harmke van Dam

Anderen over ons